De of het mee-eten?
Het mee-eten
Is het de of het mee-eten
In de Nederlandse taal gebruiken wij het mee-eten.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: to eat with
Deutsch: zu abend essen | Bekijk of het der of die zu abend essen is.
Français: dîner | Bekijk of het Le o La dîner is.
Jou of jouw: jouw mee-eten
Buigings-e:
Mooi of mooie mee-eten
Groot of grote mee-eten
Half of halve mee-eten
Grappig of grappige mee-eten
Leeg of lege mee-eten
leuk of leuke mee-eten
Vet of vette mee-eten
Snel of snelle mee-eten
Wit of witte mee-eten
Klein of kleine mee-eten
Rood of rode mee-eten
Dik of dikke mee-eten
Oud of oude mee-eten
Goed of goede mee-eten
Wat rijmt er op mee-eten
Elk of elke: Elk mee-eten
Aanwijzend voornaamwoord: Dat mee-eten
Bezittelijk voornaamwoord: Ons mee-eten
Wat rijmt er op mee-eten
Buigings-e:
Mooi of mooie mee-eten
Groot of grote mee-eten
Half of halve mee-eten
Grappig of grappige mee-eten
Leeg of lege mee-eten
leuk of leuke mee-eten
Vet of vette mee-eten
Snel of snelle mee-eten
Wit of witte mee-eten
Klein of kleine mee-eten
Rood of rode mee-eten
Dik of dikke mee-eten
Oud of oude mee-eten
Goed of goede mee-eten
Wat rijmt er op mee-eten
Elk of elke: Elk mee-eten
Aanwijzend voornaamwoord: Dat mee-eten
Bezittelijk voornaamwoord: Ons mee-eten
Wat rijmt er op mee-eten
Oefening van de dag



