De of het moduleboek?
Het moduleboek
Is het de of het moduleboek
In de Nederlandse taal gebruiken wij het moduleboek.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: Module book
Deutsch: Module Buch | Bekijk of het der of die Module Buch is.
Français: livre Module | Bekijk of het Le o La livre Module is.
Jou of jouw: jouw moduleboek
Buigings-e:
Mooi of mooie moduleboek
Groot of grote moduleboek
Half of halve moduleboek
Grappig of grappige moduleboek
Leeg of lege moduleboek
leuk of leuke moduleboek
Vet of vette moduleboek
Snel of snelle moduleboek
Wit of witte moduleboek
Klein of kleine moduleboek
Rood of rode moduleboek
Dik of dikke moduleboek
Oud of oude moduleboek
Goed of goede moduleboek
Wat rijmt er op moduleboek
Elk of elke: Elk moduleboek
Aanwijzend voornaamwoord: Dat moduleboek
Bezittelijk voornaamwoord: Ons moduleboek
Wat rijmt er op moduleboek
Buigings-e:
Mooi of mooie moduleboek
Groot of grote moduleboek
Half of halve moduleboek
Grappig of grappige moduleboek
Leeg of lege moduleboek
leuk of leuke moduleboek
Vet of vette moduleboek
Snel of snelle moduleboek
Wit of witte moduleboek
Klein of kleine moduleboek
Rood of rode moduleboek
Dik of dikke moduleboek
Oud of oude moduleboek
Goed of goede moduleboek
Wat rijmt er op moduleboek
Elk of elke: Elk moduleboek
Aanwijzend voornaamwoord: Dat moduleboek
Bezittelijk voornaamwoord: Ons moduleboek
Wat rijmt er op moduleboek
Oefening van de dag