De of het muurbekleding?
De muurbekleding
Is het de of het muurbekleding
In de Nederlandse taal gebruiken wij de muurbekleding.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: wallcovering
Deutsch: Wandverkleidung | Bekijk of het der of die Wandverkleidung is.
Français: RevĂȘtement mural | Bekijk of het Le o La RevĂȘtement mural is.
Jou of jouw: jouw muurbekleding
Buigings-e:
Mooi of mooie muurbekleding
Groot of grote muurbekleding
Half of halve muurbekleding
Grappig of grappige muurbekleding
Leeg of lege muurbekleding
leuk of leuke muurbekleding
Vet of vette muurbekleding
Snel of snelle muurbekleding
Wit of witte muurbekleding
Klein of kleine muurbekleding
Rood of rode muurbekleding
Dik of dikke muurbekleding
Oud of oude muurbekleding
Goed of goede muurbekleding
Wat rijmt er op muurbekleding
Elk of elke: Elke muurbekleding
Aanwijzend voornaamwoord: Die muurbekleding
Bezittelijk voornaamwoord: Onze muurbekleding
Wat rijmt er op muurbekleding
Buigings-e:
Mooi of mooie muurbekleding
Groot of grote muurbekleding
Half of halve muurbekleding
Grappig of grappige muurbekleding
Leeg of lege muurbekleding
leuk of leuke muurbekleding
Vet of vette muurbekleding
Snel of snelle muurbekleding
Wit of witte muurbekleding
Klein of kleine muurbekleding
Rood of rode muurbekleding
Dik of dikke muurbekleding
Oud of oude muurbekleding
Goed of goede muurbekleding
Wat rijmt er op muurbekleding
Elk of elke: Elke muurbekleding
Aanwijzend voornaamwoord: Die muurbekleding
Bezittelijk voornaamwoord: Onze muurbekleding
Wat rijmt er op muurbekleding
Oefening van de dag