De of het nageslacht?
De nageslacht
Is het de of het nageslacht
In de Nederlandse taal gebruiken wij de nageslacht.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: posterity
Deutsch: Nachwelt | Bekijk of het der of die Nachwelt is.
Français: postérité | Bekijk of het Le o La postérité is.
Jou of jouw: jouw nageslacht
Buigings-e:
Mooi of mooie nageslacht
Groot of grote nageslacht
Half of halve nageslacht
Grappig of grappige nageslacht
Leeg of lege nageslacht
leuk of leuke nageslacht
Vet of vette nageslacht
Snel of snelle nageslacht
Wit of witte nageslacht
Klein of kleine nageslacht
Rood of rode nageslacht
Dik of dikke nageslacht
Oud of oude nageslacht
Goed of goede nageslacht
Wat rijmt er op nageslacht
Elk of elke: Elke nageslacht
Aanwijzend voornaamwoord: Die nageslacht
Bezittelijk voornaamwoord: Onze nageslacht
Wat rijmt er op nageslacht
Buigings-e:
Mooi of mooie nageslacht
Groot of grote nageslacht
Half of halve nageslacht
Grappig of grappige nageslacht
Leeg of lege nageslacht
leuk of leuke nageslacht
Vet of vette nageslacht
Snel of snelle nageslacht
Wit of witte nageslacht
Klein of kleine nageslacht
Rood of rode nageslacht
Dik of dikke nageslacht
Oud of oude nageslacht
Goed of goede nageslacht
Wat rijmt er op nageslacht
Elk of elke: Elke nageslacht
Aanwijzend voornaamwoord: Die nageslacht
Bezittelijk voornaamwoord: Onze nageslacht
Wat rijmt er op nageslacht
Oefening van de dag