De of het netwerkdag?
De netwerkdag
Is het de of het netwerkdag
In de Nederlandse taal gebruiken wij de netwerkdag.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: networking day
Deutsch: Netzwerk Tag | Bekijk of het der of die Netzwerk Tag is.
Français: jour de réseau | Bekijk of het Le o La jour de réseau is.
Jou of jouw: jouw netwerkdag
Buigings-e:
Mooi of mooie netwerkdag
Groot of grote netwerkdag
Half of halve netwerkdag
Grappig of grappige netwerkdag
Leeg of lege netwerkdag
leuk of leuke netwerkdag
Vet of vette netwerkdag
Snel of snelle netwerkdag
Wit of witte netwerkdag
Klein of kleine netwerkdag
Rood of rode netwerkdag
Dik of dikke netwerkdag
Oud of oude netwerkdag
Goed of goede netwerkdag
Wat rijmt er op netwerkdag
Elk of elke: Elke netwerkdag
Aanwijzend voornaamwoord: Die netwerkdag
Bezittelijk voornaamwoord: Onze netwerkdag
Wat rijmt er op netwerkdag
Buigings-e:
Mooi of mooie netwerkdag
Groot of grote netwerkdag
Half of halve netwerkdag
Grappig of grappige netwerkdag
Leeg of lege netwerkdag
leuk of leuke netwerkdag
Vet of vette netwerkdag
Snel of snelle netwerkdag
Wit of witte netwerkdag
Klein of kleine netwerkdag
Rood of rode netwerkdag
Dik of dikke netwerkdag
Oud of oude netwerkdag
Goed of goede netwerkdag
Wat rijmt er op netwerkdag
Elk of elke: Elke netwerkdag
Aanwijzend voornaamwoord: Die netwerkdag
Bezittelijk voornaamwoord: Onze netwerkdag
Wat rijmt er op netwerkdag
Oefening van de dag