De of het noordoosten?
Het noordoosten
Is het de of het noordoosten
In de Nederlandse taal gebruiken wij het noordoosten.

Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: northeast
Deutsch: Nordosten | Bekijk of het der of die Nordosten is.
Français: nord est | Bekijk of het Le o La nord est is.
Jou of jouw: jouw noordoosten
Buigings-e:
Mooi of mooie noordoosten
Groot of grote noordoosten
Half of halve noordoosten
Grappig of grappige noordoosten
Leeg of lege noordoosten
leuk of leuke noordoosten
Vet of vette noordoosten
Snel of snelle noordoosten
Wit of witte noordoosten
Klein of kleine noordoosten
Rood of rode noordoosten
Dik of dikke noordoosten
Oud of oude noordoosten
Goed of goede noordoosten
Wat rijmt er op noordoosten
Elk of elke: Elk noordoosten
Aanwijzend voornaamwoord: Dat noordoosten
Bezittelijk voornaamwoord: Ons noordoosten
Wat rijmt er op noordoosten
oostnoordoosten - noordnoordoosten -
Buigings-e:
Mooi of mooie noordoosten
Groot of grote noordoosten
Half of halve noordoosten
Grappig of grappige noordoosten
Leeg of lege noordoosten
leuk of leuke noordoosten
Vet of vette noordoosten
Snel of snelle noordoosten
Wit of witte noordoosten
Klein of kleine noordoosten
Rood of rode noordoosten
Dik of dikke noordoosten
Oud of oude noordoosten
Goed of goede noordoosten
Wat rijmt er op noordoosten
Elk of elke: Elk noordoosten
Aanwijzend voornaamwoord: Dat noordoosten
Bezittelijk voornaamwoord: Ons noordoosten
Wat rijmt er op noordoosten
oostnoordoosten - noordnoordoosten -
Oefening van de dag