De of het omgevingsbeinvloeding?
De omgevingsbeinvloeding
Is het de of het omgevingsbeinvloeding
In de Nederlandse taal gebruiken wij de omgevingsbeinvloeding.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: environment influencing
Jou of jouw: jouw omgevingsbeinvloeding
Buigings-e:
Mooi of mooie omgevingsbeinvloeding
Groot of grote omgevingsbeinvloeding
Half of halve omgevingsbeinvloeding
Grappig of grappige omgevingsbeinvloeding
Leeg of lege omgevingsbeinvloeding
leuk of leuke omgevingsbeinvloeding
Vet of vette omgevingsbeinvloeding
Snel of snelle omgevingsbeinvloeding
Wit of witte omgevingsbeinvloeding
Klein of kleine omgevingsbeinvloeding
Rood of rode omgevingsbeinvloeding
Dik of dikke omgevingsbeinvloeding
Oud of oude omgevingsbeinvloeding
Goed of goede omgevingsbeinvloeding
Wat rijmt er op omgevingsbeinvloeding
Elk of elke: Elke omgevingsbeinvloeding
Aanwijzend voornaamwoord: Die omgevingsbeinvloeding
Bezittelijk voornaamwoord: Onze omgevingsbeinvloeding
Wat rijmt er op omgevingsbeinvloeding
Buigings-e:
Mooi of mooie omgevingsbeinvloeding
Groot of grote omgevingsbeinvloeding
Half of halve omgevingsbeinvloeding
Grappig of grappige omgevingsbeinvloeding
Leeg of lege omgevingsbeinvloeding
leuk of leuke omgevingsbeinvloeding
Vet of vette omgevingsbeinvloeding
Snel of snelle omgevingsbeinvloeding
Wit of witte omgevingsbeinvloeding
Klein of kleine omgevingsbeinvloeding
Rood of rode omgevingsbeinvloeding
Dik of dikke omgevingsbeinvloeding
Oud of oude omgevingsbeinvloeding
Goed of goede omgevingsbeinvloeding
Wat rijmt er op omgevingsbeinvloeding
Elk of elke: Elke omgevingsbeinvloeding
Aanwijzend voornaamwoord: Die omgevingsbeinvloeding
Bezittelijk voornaamwoord: Onze omgevingsbeinvloeding
Wat rijmt er op omgevingsbeinvloeding
Oefening van de dag