De of het omgevingsgeluid?
Het omgevingsgeluid
Is het de of het omgevingsgeluid
In de Nederlandse taal gebruiken wij het omgevingsgeluid.
Thanks!
Fout!
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: ambient noise
Deutsch: Umgebungsgeräusche | Bekijk of het der of die Umgebungsgeräusche is.
Français: bruit ambiant | Bekijk of het Le o La bruit ambiant is.
Jou of jouw: jouw omgevingsgeluid
Buigings-e:
Mooi of mooie omgevingsgeluid
Groot of grote omgevingsgeluid
Half of halve omgevingsgeluid
Grappig of grappige omgevingsgeluid
Leeg of lege omgevingsgeluid
leuk of leuke omgevingsgeluid
Vet of vette omgevingsgeluid
Snel of snelle omgevingsgeluid
Wit of witte omgevingsgeluid
Klein of kleine omgevingsgeluid
Rood of rode omgevingsgeluid
Dik of dikke omgevingsgeluid
Oud of oude omgevingsgeluid
Goed of goede omgevingsgeluid
Wat rijmt er op omgevingsgeluid
Elk of elke: Elk omgevingsgeluid
Aanwijzend voornaamwoord: Dat omgevingsgeluid
Bezittelijk voornaamwoord: Ons omgevingsgeluid
Wat rijmt er op omgevingsgeluid
Buigings-e:
Mooi of mooie omgevingsgeluid
Groot of grote omgevingsgeluid
Half of halve omgevingsgeluid
Grappig of grappige omgevingsgeluid
Leeg of lege omgevingsgeluid
leuk of leuke omgevingsgeluid
Vet of vette omgevingsgeluid
Snel of snelle omgevingsgeluid
Wit of witte omgevingsgeluid
Klein of kleine omgevingsgeluid
Rood of rode omgevingsgeluid
Dik of dikke omgevingsgeluid
Oud of oude omgevingsgeluid
Goed of goede omgevingsgeluid
Wat rijmt er op omgevingsgeluid
Elk of elke: Elk omgevingsgeluid
Aanwijzend voornaamwoord: Dat omgevingsgeluid
Bezittelijk voornaamwoord: Ons omgevingsgeluid
Wat rijmt er op omgevingsgeluid
Oefening van de dag
