De of het onderzoeksvraagstelling?
De onderzoeksvraagstelling
Is het de of het onderzoeksvraagstelling
In de Nederlandse taal gebruiken wij de onderzoeksvraagstelling.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: research question
Jou of jouw: jouw onderzoeksvraagstelling
Buigings-e:
Mooi of mooie onderzoeksvraagstelling
Groot of grote onderzoeksvraagstelling
Half of halve onderzoeksvraagstelling
Grappig of grappige onderzoeksvraagstelling
Leeg of lege onderzoeksvraagstelling
leuk of leuke onderzoeksvraagstelling
Vet of vette onderzoeksvraagstelling
Snel of snelle onderzoeksvraagstelling
Wit of witte onderzoeksvraagstelling
Klein of kleine onderzoeksvraagstelling
Rood of rode onderzoeksvraagstelling
Dik of dikke onderzoeksvraagstelling
Oud of oude onderzoeksvraagstelling
Goed of goede onderzoeksvraagstelling
Wat rijmt er op onderzoeksvraagstelling
Elk of elke: Elke onderzoeksvraagstelling
Aanwijzend voornaamwoord: Die onderzoeksvraagstelling
Bezittelijk voornaamwoord: Onze onderzoeksvraagstelling
Wat rijmt er op onderzoeksvraagstelling
Buigings-e:
Mooi of mooie onderzoeksvraagstelling
Groot of grote onderzoeksvraagstelling
Half of halve onderzoeksvraagstelling
Grappig of grappige onderzoeksvraagstelling
Leeg of lege onderzoeksvraagstelling
leuk of leuke onderzoeksvraagstelling
Vet of vette onderzoeksvraagstelling
Snel of snelle onderzoeksvraagstelling
Wit of witte onderzoeksvraagstelling
Klein of kleine onderzoeksvraagstelling
Rood of rode onderzoeksvraagstelling
Dik of dikke onderzoeksvraagstelling
Oud of oude onderzoeksvraagstelling
Goed of goede onderzoeksvraagstelling
Wat rijmt er op onderzoeksvraagstelling
Elk of elke: Elke onderzoeksvraagstelling
Aanwijzend voornaamwoord: Die onderzoeksvraagstelling
Bezittelijk voornaamwoord: Onze onderzoeksvraagstelling
Wat rijmt er op onderzoeksvraagstelling
Oefening van de dag