De of het ontsluiten?
Het ontsluiten
Is het de of het ontsluiten
In de Nederlandse taal gebruiken wij het ontsluiten.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: unlock
Deutsch: öffnen | Bekijk of het der of die öffnen is.
Français: ouvrir | Bekijk of het Le o La ouvrir is.
Jou of jouw: jouw ontsluiten
Buigings-e:
Mooi of mooie ontsluiten
Groot of grote ontsluiten
Half of halve ontsluiten
Grappig of grappige ontsluiten
Leeg of lege ontsluiten
leuk of leuke ontsluiten
Vet of vette ontsluiten
Snel of snelle ontsluiten
Wit of witte ontsluiten
Klein of kleine ontsluiten
Rood of rode ontsluiten
Dik of dikke ontsluiten
Oud of oude ontsluiten
Goed of goede ontsluiten
Wat rijmt er op ontsluiten
Elk of elke: Elk ontsluiten
Aanwijzend voornaamwoord: Dat ontsluiten
Bezittelijk voornaamwoord: Ons ontsluiten
Wat rijmt er op ontsluiten
Buigings-e:
Mooi of mooie ontsluiten
Groot of grote ontsluiten
Half of halve ontsluiten
Grappig of grappige ontsluiten
Leeg of lege ontsluiten
leuk of leuke ontsluiten
Vet of vette ontsluiten
Snel of snelle ontsluiten
Wit of witte ontsluiten
Klein of kleine ontsluiten
Rood of rode ontsluiten
Dik of dikke ontsluiten
Oud of oude ontsluiten
Goed of goede ontsluiten
Wat rijmt er op ontsluiten
Elk of elke: Elk ontsluiten
Aanwijzend voornaamwoord: Dat ontsluiten
Bezittelijk voornaamwoord: Ons ontsluiten
Wat rijmt er op ontsluiten
Oefening van de dag



