De of het ontspringen?
Het ontspringen
Is het de of het ontspringen
In de Nederlandse taal gebruiken wij het ontspringen.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: spring
Deutsch: Frühling | Bekijk of het der of die Frühling is.
Français: le printemps | Bekijk of het Le o La le printemps is.
Jou of jouw: jouw ontspringen
Buigings-e:
Mooi of mooie ontspringen
Groot of grote ontspringen
Half of halve ontspringen
Grappig of grappige ontspringen
Leeg of lege ontspringen
leuk of leuke ontspringen
Vet of vette ontspringen
Snel of snelle ontspringen
Wit of witte ontspringen
Klein of kleine ontspringen
Rood of rode ontspringen
Dik of dikke ontspringen
Oud of oude ontspringen
Goed of goede ontspringen
Wat rijmt er op ontspringen
Elk of elke: Elk ontspringen
Aanwijzend voornaamwoord: Dat ontspringen
Bezittelijk voornaamwoord: Ons ontspringen
Wat rijmt er op ontspringen
Buigings-e:
Mooi of mooie ontspringen
Groot of grote ontspringen
Half of halve ontspringen
Grappig of grappige ontspringen
Leeg of lege ontspringen
leuk of leuke ontspringen
Vet of vette ontspringen
Snel of snelle ontspringen
Wit of witte ontspringen
Klein of kleine ontspringen
Rood of rode ontspringen
Dik of dikke ontspringen
Oud of oude ontspringen
Goed of goede ontspringen
Wat rijmt er op ontspringen
Elk of elke: Elk ontspringen
Aanwijzend voornaamwoord: Dat ontspringen
Bezittelijk voornaamwoord: Ons ontspringen
Wat rijmt er op ontspringen
Oefening van de dag