De of het opvorderen?
Het opvorderen
Is het de of het opvorderen
In de Nederlandse taal gebruiken wij het opvorderen.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: commandeer
Deutsch: requirieren | Bekijk of het der of die requirieren is.
Français: réquisitionner | Bekijk of het Le o La réquisitionner is.
Jou of jouw: jouw opvorderen
Buigings-e:
Mooi of mooie opvorderen
Groot of grote opvorderen
Half of halve opvorderen
Grappig of grappige opvorderen
Leeg of lege opvorderen
leuk of leuke opvorderen
Vet of vette opvorderen
Snel of snelle opvorderen
Wit of witte opvorderen
Klein of kleine opvorderen
Rood of rode opvorderen
Dik of dikke opvorderen
Oud of oude opvorderen
Goed of goede opvorderen
Wat rijmt er op opvorderen
Elk of elke: Elk opvorderen
Aanwijzend voornaamwoord: Dat opvorderen
Bezittelijk voornaamwoord: Ons opvorderen
Wat rijmt er op opvorderen
Buigings-e:
Mooi of mooie opvorderen
Groot of grote opvorderen
Half of halve opvorderen
Grappig of grappige opvorderen
Leeg of lege opvorderen
leuk of leuke opvorderen
Vet of vette opvorderen
Snel of snelle opvorderen
Wit of witte opvorderen
Klein of kleine opvorderen
Rood of rode opvorderen
Dik of dikke opvorderen
Oud of oude opvorderen
Goed of goede opvorderen
Wat rijmt er op opvorderen
Elk of elke: Elk opvorderen
Aanwijzend voornaamwoord: Dat opvorderen
Bezittelijk voornaamwoord: Ons opvorderen
Wat rijmt er op opvorderen
Oefening van de dag



