De of het ovenregen?
De ovenregen
Is het de of het ovenregen
In de Nederlandse taal gebruiken wij de ovenregen.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: oven rain
Deutsch: Backofen regen | Bekijk of het der of die Backofen regen is.
Français: pluie four | Bekijk of het Le o La pluie four is.
Jou of jouw: jouw ovenregen
Buigings-e:
Mooi of mooie ovenregen
Groot of grote ovenregen
Half of halve ovenregen
Grappig of grappige ovenregen
Leeg of lege ovenregen
leuk of leuke ovenregen
Vet of vette ovenregen
Snel of snelle ovenregen
Wit of witte ovenregen
Klein of kleine ovenregen
Rood of rode ovenregen
Dik of dikke ovenregen
Oud of oude ovenregen
Goed of goede ovenregen
Wat rijmt er op ovenregen
Elk of elke: Elke ovenregen
Aanwijzend voornaamwoord: Die ovenregen
Bezittelijk voornaamwoord: Onze ovenregen
Wat rijmt er op ovenregen
Buigings-e:
Mooi of mooie ovenregen
Groot of grote ovenregen
Half of halve ovenregen
Grappig of grappige ovenregen
Leeg of lege ovenregen
leuk of leuke ovenregen
Vet of vette ovenregen
Snel of snelle ovenregen
Wit of witte ovenregen
Klein of kleine ovenregen
Rood of rode ovenregen
Dik of dikke ovenregen
Oud of oude ovenregen
Goed of goede ovenregen
Wat rijmt er op ovenregen
Elk of elke: Elke ovenregen
Aanwijzend voornaamwoord: Die ovenregen
Bezittelijk voornaamwoord: Onze ovenregen
Wat rijmt er op ovenregen
Oefening van de dag