De of het pasnummer?
Het pasnummer
Is het de of het pasnummer
In de Nederlandse taal gebruiken wij het pasnummer.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: card number
Deutsch: kartennummer | Bekijk of het der of die kartennummer is.
Français: numéro de carte | Bekijk of het Le o La numéro de carte is.
Jou of jouw: jouw pasnummer
Buigings-e:
Mooi of mooie pasnummer
Groot of grote pasnummer
Half of halve pasnummer
Grappig of grappige pasnummer
Leeg of lege pasnummer
leuk of leuke pasnummer
Vet of vette pasnummer
Snel of snelle pasnummer
Wit of witte pasnummer
Klein of kleine pasnummer
Rood of rode pasnummer
Dik of dikke pasnummer
Oud of oude pasnummer
Goed of goede pasnummer
Wat rijmt er op pasnummer
Elk of elke: Elk pasnummer
Aanwijzend voornaamwoord: Dat pasnummer
Bezittelijk voornaamwoord: Ons pasnummer
Wat rijmt er op pasnummer
brandstofpasnummer -
Buigings-e:
Mooi of mooie pasnummer
Groot of grote pasnummer
Half of halve pasnummer
Grappig of grappige pasnummer
Leeg of lege pasnummer
leuk of leuke pasnummer
Vet of vette pasnummer
Snel of snelle pasnummer
Wit of witte pasnummer
Klein of kleine pasnummer
Rood of rode pasnummer
Dik of dikke pasnummer
Oud of oude pasnummer
Goed of goede pasnummer
Wat rijmt er op pasnummer
Elk of elke: Elk pasnummer
Aanwijzend voornaamwoord: Dat pasnummer
Bezittelijk voornaamwoord: Ons pasnummer
Wat rijmt er op pasnummer
brandstofpasnummer -
Oefening van de dag