De of het posthuis?
Het posthuis
Is het de of het posthuis
In de Nederlandse taal gebruiken wij het posthuis.
Thanks!
Fout!
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: post office
Jou of jouw: jouw posthuis
Buigings-e:
Mooi of mooie posthuis
Groot of grote posthuis
Half of halve posthuis
Grappig of grappige posthuis
Leeg of lege posthuis
leuk of leuke posthuis
Vet of vette posthuis
Snel of snelle posthuis
Wit of witte posthuis
Klein of kleine posthuis
Rood of rode posthuis
Dik of dikke posthuis
Oud of oude posthuis
Goed of goede posthuis
Wat rijmt er op posthuis
Elk of elke: Elk posthuis
Aanwijzend voornaamwoord: Dat posthuis
Bezittelijk voornaamwoord: Ons posthuis
Wat rijmt er op posthuis
Buigings-e:
Mooi of mooie posthuis
Groot of grote posthuis
Half of halve posthuis
Grappig of grappige posthuis
Leeg of lege posthuis
leuk of leuke posthuis
Vet of vette posthuis
Snel of snelle posthuis
Wit of witte posthuis
Klein of kleine posthuis
Rood of rode posthuis
Dik of dikke posthuis
Oud of oude posthuis
Goed of goede posthuis
Wat rijmt er op posthuis
Elk of elke: Elk posthuis
Aanwijzend voornaamwoord: Dat posthuis
Bezittelijk voornaamwoord: Ons posthuis
Wat rijmt er op posthuis
Oefening van de dag
