De of het receptbriefje?
Het receptbriefje
Is het de of het receptbriefje
In de Nederlandse taal gebruiken wij het receptbriefje.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: Recipe note
Deutsch: Rezept-Notiz | Bekijk of het der of die Rezept-Notiz is.
Français: Recette Note | Bekijk of het Le o La Recette Note is.
Jou of jouw: jouw receptbriefje
Buigings-e:
Mooi of mooie receptbriefje
Groot of grote receptbriefje
Half of halve receptbriefje
Grappig of grappige receptbriefje
Leeg of lege receptbriefje
leuk of leuke receptbriefje
Vet of vette receptbriefje
Snel of snelle receptbriefje
Wit of witte receptbriefje
Klein of kleine receptbriefje
Rood of rode receptbriefje
Dik of dikke receptbriefje
Oud of oude receptbriefje
Goed of goede receptbriefje
Wat rijmt er op receptbriefje
Elk of elke: Elk receptbriefje
Aanwijzend voornaamwoord: Dat receptbriefje
Bezittelijk voornaamwoord: Ons receptbriefje
Wat rijmt er op receptbriefje
Buigings-e:
Mooi of mooie receptbriefje
Groot of grote receptbriefje
Half of halve receptbriefje
Grappig of grappige receptbriefje
Leeg of lege receptbriefje
leuk of leuke receptbriefje
Vet of vette receptbriefje
Snel of snelle receptbriefje
Wit of witte receptbriefje
Klein of kleine receptbriefje
Rood of rode receptbriefje
Dik of dikke receptbriefje
Oud of oude receptbriefje
Goed of goede receptbriefje
Wat rijmt er op receptbriefje
Elk of elke: Elk receptbriefje
Aanwijzend voornaamwoord: Dat receptbriefje
Bezittelijk voornaamwoord: Ons receptbriefje
Wat rijmt er op receptbriefje
Oefening van de dag



