De of het rekensommetje?
Het rekensommetje
Is het de of het rekensommetje
In de Nederlandse taal gebruiken wij het rekensommetje.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: arithmetic
Deutsch: Arithmetik | Bekijk of het der of die Arithmetik is.
Français: arithmétique | Bekijk of het Le o La arithmétique is.
Jou of jouw: jouw rekensommetje
Buigings-e:
Mooi of mooie rekensommetje
Groot of grote rekensommetje
Half of halve rekensommetje
Grappig of grappige rekensommetje
Leeg of lege rekensommetje
leuk of leuke rekensommetje
Vet of vette rekensommetje
Snel of snelle rekensommetje
Wit of witte rekensommetje
Klein of kleine rekensommetje
Rood of rode rekensommetje
Dik of dikke rekensommetje
Oud of oude rekensommetje
Goed of goede rekensommetje
Wat rijmt er op rekensommetje
Elk of elke: Elk rekensommetje
Aanwijzend voornaamwoord: Dat rekensommetje
Bezittelijk voornaamwoord: Ons rekensommetje
Wat rijmt er op rekensommetje
Buigings-e:
Mooi of mooie rekensommetje
Groot of grote rekensommetje
Half of halve rekensommetje
Grappig of grappige rekensommetje
Leeg of lege rekensommetje
leuk of leuke rekensommetje
Vet of vette rekensommetje
Snel of snelle rekensommetje
Wit of witte rekensommetje
Klein of kleine rekensommetje
Rood of rode rekensommetje
Dik of dikke rekensommetje
Oud of oude rekensommetje
Goed of goede rekensommetje
Wat rijmt er op rekensommetje
Elk of elke: Elk rekensommetje
Aanwijzend voornaamwoord: Dat rekensommetje
Bezittelijk voornaamwoord: Ons rekensommetje
Wat rijmt er op rekensommetje
Oefening van de dag