De of het rokersdeel?
Het rokersdeel
Is het de of het rokersdeel
In de Nederlandse taal gebruiken wij het rokersdeel.
Thanks!
Fout!
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: smoking section
Deutsch: Raucherabteil | Bekijk of het der of die Raucherabteil is.
Français: section fumeur | Bekijk of het Le o La section fumeur is.
Jou of jouw: jouw rokersdeel
Buigings-e:
Mooi of mooie rokersdeel
Groot of grote rokersdeel
Half of halve rokersdeel
Grappig of grappige rokersdeel
Leeg of lege rokersdeel
leuk of leuke rokersdeel
Vet of vette rokersdeel
Snel of snelle rokersdeel
Wit of witte rokersdeel
Klein of kleine rokersdeel
Rood of rode rokersdeel
Dik of dikke rokersdeel
Oud of oude rokersdeel
Goed of goede rokersdeel
Wat rijmt er op rokersdeel
Elk of elke: Elk rokersdeel
Aanwijzend voornaamwoord: Dat rokersdeel
Bezittelijk voornaamwoord: Ons rokersdeel
Wat rijmt er op rokersdeel
Buigings-e:
Mooi of mooie rokersdeel
Groot of grote rokersdeel
Half of halve rokersdeel
Grappig of grappige rokersdeel
Leeg of lege rokersdeel
leuk of leuke rokersdeel
Vet of vette rokersdeel
Snel of snelle rokersdeel
Wit of witte rokersdeel
Klein of kleine rokersdeel
Rood of rode rokersdeel
Dik of dikke rokersdeel
Oud of oude rokersdeel
Goed of goede rokersdeel
Wat rijmt er op rokersdeel
Elk of elke: Elk rokersdeel
Aanwijzend voornaamwoord: Dat rokersdeel
Bezittelijk voornaamwoord: Ons rokersdeel
Wat rijmt er op rokersdeel
Oefening van de dag
