De of het schorten?
Het schorten
Is het de of het schorten
In de Nederlandse taal gebruiken wij het schorten.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: suspend
Deutsch: aussetzen | Bekijk of het der of die aussetzen is.
Français: suspendre | Bekijk of het Le o La suspendre is.
Jou of jouw: jouw schorten
Buigings-e:
Mooi of mooie schorten
Groot of grote schorten
Half of halve schorten
Grappig of grappige schorten
Leeg of lege schorten
leuk of leuke schorten
Vet of vette schorten
Snel of snelle schorten
Wit of witte schorten
Klein of kleine schorten
Rood of rode schorten
Dik of dikke schorten
Oud of oude schorten
Goed of goede schorten
Wat rijmt er op schorten
Elk of elke: Elk schorten
Aanwijzend voornaamwoord: Dat schorten
Bezittelijk voornaamwoord: Ons schorten
Wat rijmt er op schorten
opschorten -
Buigings-e:
Mooi of mooie schorten
Groot of grote schorten
Half of halve schorten
Grappig of grappige schorten
Leeg of lege schorten
leuk of leuke schorten
Vet of vette schorten
Snel of snelle schorten
Wit of witte schorten
Klein of kleine schorten
Rood of rode schorten
Dik of dikke schorten
Oud of oude schorten
Goed of goede schorten
Wat rijmt er op schorten
Elk of elke: Elk schorten
Aanwijzend voornaamwoord: Dat schorten
Bezittelijk voornaamwoord: Ons schorten
Wat rijmt er op schorten
opschorten -
Oefening van de dag