De of het sleutel?
De sleutel
Is het de of het sleutel
In de Nederlandse taal gebruiken wij de sleutel.

Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
Sleutel is mannelijk
Bekijk hier de betekenis van sleutel
Meervoud: sleutels
Deutsch: Schlüssel | Bekijk of het der of die Schlüssel is.
Français: clé | Bekijk of het Le o La clé is.
Jou of jouw: jouw sleutel
Buigings-e:
Mooi of mooie sleutel
Groot of grote sleutel
Half of halve sleutel
Grappig of grappige sleutel
Leeg of lege sleutel
leuk of leuke sleutel
Vet of vette sleutel
Snel of snelle sleutel
Wit of witte sleutel
Klein of kleine sleutel
Rood of rode sleutel
Dik of dikke sleutel
Oud of oude sleutel
Goed of goede sleutel
Wat rijmt er op sleutel
Elk of elke: Elke sleutel
Aanwijzend voornaamwoord: Die sleutel
Bezittelijk voornaamwoord: Onze sleutel
Wat rijmt er op sleutel
Buigings-e:
Mooi of mooie sleutel
Groot of grote sleutel
Half of halve sleutel
Grappig of grappige sleutel
Leeg of lege sleutel
leuk of leuke sleutel
Vet of vette sleutel
Snel of snelle sleutel
Wit of witte sleutel
Klein of kleine sleutel
Rood of rode sleutel
Dik of dikke sleutel
Oud of oude sleutel
Goed of goede sleutel
Wat rijmt er op sleutel
Elk of elke: Elke sleutel
Aanwijzend voornaamwoord: Die sleutel
Bezittelijk voornaamwoord: Onze sleutel
Wat rijmt er op sleutel
Oefening van de dag