De of het souvenirtje?
Het souvenirtje
Is het de of het souvenirtje
In de Nederlandse taal gebruiken wij het souvenirtje.

Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: souvenir
Deutsch: Souvenir | Bekijk of het der of die Souvenir is.
Français: souvenir | Bekijk of het Le o La souvenir is.
Jou of jouw: jouw souvenirtje
Buigings-e:
Mooi of mooie souvenirtje
Groot of grote souvenirtje
Half of halve souvenirtje
Grappig of grappige souvenirtje
Leeg of lege souvenirtje
leuk of leuke souvenirtje
Vet of vette souvenirtje
Snel of snelle souvenirtje
Wit of witte souvenirtje
Klein of kleine souvenirtje
Rood of rode souvenirtje
Dik of dikke souvenirtje
Oud of oude souvenirtje
Goed of goede souvenirtje
Wat rijmt er op souvenirtje
Elk of elke: Elk souvenirtje
Aanwijzend voornaamwoord: Dat souvenirtje
Bezittelijk voornaamwoord: Ons souvenirtje
Wat rijmt er op souvenirtje
reissouvenirtje -
Buigings-e:
Mooi of mooie souvenirtje
Groot of grote souvenirtje
Half of halve souvenirtje
Grappig of grappige souvenirtje
Leeg of lege souvenirtje
leuk of leuke souvenirtje
Vet of vette souvenirtje
Snel of snelle souvenirtje
Wit of witte souvenirtje
Klein of kleine souvenirtje
Rood of rode souvenirtje
Dik of dikke souvenirtje
Oud of oude souvenirtje
Goed of goede souvenirtje
Wat rijmt er op souvenirtje
Elk of elke: Elk souvenirtje
Aanwijzend voornaamwoord: Dat souvenirtje
Bezittelijk voornaamwoord: Ons souvenirtje
Wat rijmt er op souvenirtje
reissouvenirtje -
Oefening van de dag