De of het speelblokje?
Het speelblokje
Is het de of het speelblokje
In de Nederlandse taal gebruiken wij het speelblokje.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: play block
Jou of jouw: jouw speelblokje
Buigings-e:
Mooi of mooie speelblokje
Groot of grote speelblokje
Half of halve speelblokje
Grappig of grappige speelblokje
Leeg of lege speelblokje
leuk of leuke speelblokje
Vet of vette speelblokje
Snel of snelle speelblokje
Wit of witte speelblokje
Klein of kleine speelblokje
Rood of rode speelblokje
Dik of dikke speelblokje
Oud of oude speelblokje
Goed of goede speelblokje
Wat rijmt er op speelblokje
Elk of elke: Elk speelblokje
Aanwijzend voornaamwoord: Dat speelblokje
Bezittelijk voornaamwoord: Ons speelblokje
Wat rijmt er op speelblokje
Buigings-e:
Mooi of mooie speelblokje
Groot of grote speelblokje
Half of halve speelblokje
Grappig of grappige speelblokje
Leeg of lege speelblokje
leuk of leuke speelblokje
Vet of vette speelblokje
Snel of snelle speelblokje
Wit of witte speelblokje
Klein of kleine speelblokje
Rood of rode speelblokje
Dik of dikke speelblokje
Oud of oude speelblokje
Goed of goede speelblokje
Wat rijmt er op speelblokje
Elk of elke: Elk speelblokje
Aanwijzend voornaamwoord: Dat speelblokje
Bezittelijk voornaamwoord: Ons speelblokje
Wat rijmt er op speelblokje
Oefening van de dag