De of het speelstad?
De speelstad
Is het de of het speelstad
In de Nederlandse taal gebruiken wij de speelstad.
Thanks!
Fout!
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: host city
Deutsch: Host-Stadt | Bekijk of het der of die Host-Stadt is.
Français: ville hôte | Bekijk of het Le o La ville hôte is.
Jou of jouw: jouw speelstad
Buigings-e:
Mooi of mooie speelstad
Groot of grote speelstad
Half of halve speelstad
Grappig of grappige speelstad
Leeg of lege speelstad
leuk of leuke speelstad
Vet of vette speelstad
Snel of snelle speelstad
Wit of witte speelstad
Klein of kleine speelstad
Rood of rode speelstad
Dik of dikke speelstad
Oud of oude speelstad
Goed of goede speelstad
Wat rijmt er op speelstad
Elk of elke: Elke speelstad
Aanwijzend voornaamwoord: Die speelstad
Bezittelijk voornaamwoord: Onze speelstad
Wat rijmt er op speelstad
Buigings-e:
Mooi of mooie speelstad
Groot of grote speelstad
Half of halve speelstad
Grappig of grappige speelstad
Leeg of lege speelstad
leuk of leuke speelstad
Vet of vette speelstad
Snel of snelle speelstad
Wit of witte speelstad
Klein of kleine speelstad
Rood of rode speelstad
Dik of dikke speelstad
Oud of oude speelstad
Goed of goede speelstad
Wat rijmt er op speelstad
Elk of elke: Elke speelstad
Aanwijzend voornaamwoord: Die speelstad
Bezittelijk voornaamwoord: Onze speelstad
Wat rijmt er op speelstad
Oefening van de dag
