De of het stagewerkboek?
Het stagewerkboek
Is het de of het stagewerkboek
In de Nederlandse taal gebruiken wij het stagewerkboek.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: internship workbook
Deutsch: Praktikum Arbeitsmappe | Bekijk of het der of die Praktikum Arbeitsmappe is.
Français: classeur stage | Bekijk of het Le o La classeur stage is.
Jou of jouw: jouw stagewerkboek
Buigings-e:
Mooi of mooie stagewerkboek
Groot of grote stagewerkboek
Half of halve stagewerkboek
Grappig of grappige stagewerkboek
Leeg of lege stagewerkboek
leuk of leuke stagewerkboek
Vet of vette stagewerkboek
Snel of snelle stagewerkboek
Wit of witte stagewerkboek
Klein of kleine stagewerkboek
Rood of rode stagewerkboek
Dik of dikke stagewerkboek
Oud of oude stagewerkboek
Goed of goede stagewerkboek
Wat rijmt er op stagewerkboek
Elk of elke: Elk stagewerkboek
Aanwijzend voornaamwoord: Dat stagewerkboek
Bezittelijk voornaamwoord: Ons stagewerkboek
Wat rijmt er op stagewerkboek
Buigings-e:
Mooi of mooie stagewerkboek
Groot of grote stagewerkboek
Half of halve stagewerkboek
Grappig of grappige stagewerkboek
Leeg of lege stagewerkboek
leuk of leuke stagewerkboek
Vet of vette stagewerkboek
Snel of snelle stagewerkboek
Wit of witte stagewerkboek
Klein of kleine stagewerkboek
Rood of rode stagewerkboek
Dik of dikke stagewerkboek
Oud of oude stagewerkboek
Goed of goede stagewerkboek
Wat rijmt er op stagewerkboek
Elk of elke: Elk stagewerkboek
Aanwijzend voornaamwoord: Dat stagewerkboek
Bezittelijk voornaamwoord: Ons stagewerkboek
Wat rijmt er op stagewerkboek
Oefening van de dag