De of het studeren?
Het studeren
Is het de of het studeren
In de Nederlandse taal gebruiken wij het studeren.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: study
Deutsch: lernen | Bekijk of het der of die lernen is.
Français: étudier | Bekijk of het Le o La étudier is.
Jou of jouw: jouw studeren
Buigings-e:
Mooi of mooie studeren
Groot of grote studeren
Half of halve studeren
Grappig of grappige studeren
Leeg of lege studeren
leuk of leuke studeren
Vet of vette studeren
Snel of snelle studeren
Wit of witte studeren
Klein of kleine studeren
Rood of rode studeren
Dik of dikke studeren
Oud of oude studeren
Goed of goede studeren
Wat rijmt er op studeren
Elk of elke: Elk studeren
Aanwijzend voornaamwoord: Dat studeren
Bezittelijk voornaamwoord: Ons studeren
Wat rijmt er op studeren
instuderen - doorstuderen - voortstuderen -
Buigings-e:
Mooi of mooie studeren
Groot of grote studeren
Half of halve studeren
Grappig of grappige studeren
Leeg of lege studeren
leuk of leuke studeren
Vet of vette studeren
Snel of snelle studeren
Wit of witte studeren
Klein of kleine studeren
Rood of rode studeren
Dik of dikke studeren
Oud of oude studeren
Goed of goede studeren
Wat rijmt er op studeren
Elk of elke: Elk studeren
Aanwijzend voornaamwoord: Dat studeren
Bezittelijk voornaamwoord: Ons studeren
Wat rijmt er op studeren
instuderen - doorstuderen - voortstuderen -
Oefening van de dag



