De of het taalbeoefening?

De taalbeoefening

Is het de of het taalbeoefening

In de Nederlandse taal gebruiken wij de taalbeoefening.

Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?

English: language practice
Deutsch: Sprachpraxis | Bekijk of het der of die Sprachpraxis is.
Français: pratique de la langue | Bekijk of het Le o La pratique de la langue is.

Jou of jouw: jouw taalbeoefening

Buigings-e:
Mooi of mooie taalbeoefening
Groot of grote taalbeoefening
Half of halve taalbeoefening
Grappig of grappige taalbeoefening
Leeg of lege taalbeoefening
leuk of leuke taalbeoefening
Vet of vette taalbeoefening
Snel of snelle taalbeoefening
Wit of witte taalbeoefening
Klein of kleine taalbeoefening
Rood of rode taalbeoefening
Dik of dikke taalbeoefening
Oud of oude taalbeoefening
Goed of goede taalbeoefening
Wat rijmt er op taalbeoefening

Elk of elke: Elke taalbeoefening
Aanwijzend voornaamwoord: Die taalbeoefening
Bezittelijk voornaamwoord: Onze taalbeoefening
Wat rijmt er op taalbeoefening

Oefening van de dag

Dagelijkse mail

De Nederlandse taal goed onder de knie krijgen? Oefen dan elke dag de lidwoorden. Wij sturen elke dag om 7.15 een e-mail met de link naar de oefening van de dag.

E-mail ontvangen

De of het memorie

Bekijk het spel

De muismat

Bekijk de muismat