De of het taalbeperking?
De taalbeperking
Is het de of het taalbeperking
In de Nederlandse taal gebruiken wij de taalbeperking.
Thanks!
Fout!
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: language restriction
Jou of jouw: jouw taalbeperking
Buigings-e:
Mooi of mooie taalbeperking
Groot of grote taalbeperking
Half of halve taalbeperking
Grappig of grappige taalbeperking
Leeg of lege taalbeperking
leuk of leuke taalbeperking
Vet of vette taalbeperking
Snel of snelle taalbeperking
Wit of witte taalbeperking
Klein of kleine taalbeperking
Rood of rode taalbeperking
Dik of dikke taalbeperking
Oud of oude taalbeperking
Goed of goede taalbeperking
Wat rijmt er op taalbeperking
Elk of elke: Elke taalbeperking
Aanwijzend voornaamwoord: Die taalbeperking
Bezittelijk voornaamwoord: Onze taalbeperking
Wat rijmt er op taalbeperking
Buigings-e:
Mooi of mooie taalbeperking
Groot of grote taalbeperking
Half of halve taalbeperking
Grappig of grappige taalbeperking
Leeg of lege taalbeperking
leuk of leuke taalbeperking
Vet of vette taalbeperking
Snel of snelle taalbeperking
Wit of witte taalbeperking
Klein of kleine taalbeperking
Rood of rode taalbeperking
Dik of dikke taalbeperking
Oud of oude taalbeperking
Goed of goede taalbeperking
Wat rijmt er op taalbeperking
Elk of elke: Elke taalbeperking
Aanwijzend voornaamwoord: Die taalbeperking
Bezittelijk voornaamwoord: Onze taalbeperking
Wat rijmt er op taalbeperking
Oefening van de dag
