De of het tegengeluid?
Het tegengeluid
Is het de of het tegengeluid
In de Nederlandse taal gebruiken wij het tegengeluid.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: against noise
Deutsch: vor Lärm | Bekijk of het der of die vor Lärm is.
Français: contre le bruit | Bekijk of het Le o La contre le bruit is.
Jou of jouw: jouw tegengeluid
Buigings-e:
Mooi of mooie tegengeluid
Groot of grote tegengeluid
Half of halve tegengeluid
Grappig of grappige tegengeluid
Leeg of lege tegengeluid
leuk of leuke tegengeluid
Vet of vette tegengeluid
Snel of snelle tegengeluid
Wit of witte tegengeluid
Klein of kleine tegengeluid
Rood of rode tegengeluid
Dik of dikke tegengeluid
Oud of oude tegengeluid
Goed of goede tegengeluid
Wat rijmt er op tegengeluid
Elk of elke: Elk tegengeluid
Aanwijzend voornaamwoord: Dat tegengeluid
Bezittelijk voornaamwoord: Ons tegengeluid
Wat rijmt er op tegengeluid
Buigings-e:
Mooi of mooie tegengeluid
Groot of grote tegengeluid
Half of halve tegengeluid
Grappig of grappige tegengeluid
Leeg of lege tegengeluid
leuk of leuke tegengeluid
Vet of vette tegengeluid
Snel of snelle tegengeluid
Wit of witte tegengeluid
Klein of kleine tegengeluid
Rood of rode tegengeluid
Dik of dikke tegengeluid
Oud of oude tegengeluid
Goed of goede tegengeluid
Wat rijmt er op tegengeluid
Elk of elke: Elk tegengeluid
Aanwijzend voornaamwoord: Dat tegengeluid
Bezittelijk voornaamwoord: Ons tegengeluid
Wat rijmt er op tegengeluid
Oefening van de dag



