De of het theedoekje?
Het theedoekje
Is het de of het theedoekje
In de Nederlandse taal gebruiken wij het theedoekje.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: tea cloth
Jou of jouw: jouw theedoekje
Buigings-e:
Mooi of mooie theedoekje
Groot of grote theedoekje
Half of halve theedoekje
Grappig of grappige theedoekje
Leeg of lege theedoekje
leuk of leuke theedoekje
Vet of vette theedoekje
Snel of snelle theedoekje
Wit of witte theedoekje
Klein of kleine theedoekje
Rood of rode theedoekje
Dik of dikke theedoekje
Oud of oude theedoekje
Goed of goede theedoekje
Wat rijmt er op theedoekje
Elk of elke: Elk theedoekje
Aanwijzend voornaamwoord: Dat theedoekje
Bezittelijk voornaamwoord: Ons theedoekje
Wat rijmt er op theedoekje
Buigings-e:
Mooi of mooie theedoekje
Groot of grote theedoekje
Half of halve theedoekje
Grappig of grappige theedoekje
Leeg of lege theedoekje
leuk of leuke theedoekje
Vet of vette theedoekje
Snel of snelle theedoekje
Wit of witte theedoekje
Klein of kleine theedoekje
Rood of rode theedoekje
Dik of dikke theedoekje
Oud of oude theedoekje
Goed of goede theedoekje
Wat rijmt er op theedoekje
Elk of elke: Elk theedoekje
Aanwijzend voornaamwoord: Dat theedoekje
Bezittelijk voornaamwoord: Ons theedoekje
Wat rijmt er op theedoekje
Oefening van de dag



