De of het tij?
Het tij
Is het de of het tij
In de Nederlandse taal gebruiken wij het tij.

Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: tide
Deutsch: Gezeiten | Bekijk of het der of die Gezeiten is.
Français: marée | Bekijk of het Le o La marée is.
Jou of jouw: jouw tij
Buigings-e:
Mooi of mooie tij
Groot of grote tij
Half of halve tij
Grappig of grappige tij
Leeg of lege tij
leuk of leuke tij
Vet of vette tij
Snel of snelle tij
Wit of witte tij
Klein of kleine tij
Rood of rode tij
Dik of dikke tij
Oud of oude tij
Goed of goede tij
Wat rijmt er op tij
Elk of elke: Elk tij
Aanwijzend voornaamwoord: Dat tij
Bezittelijk voornaamwoord: Ons tij
Wat rijmt er op tij
stadspartij - vrouwenpartij - oefenpartij -
Buigings-e:
Mooi of mooie tij
Groot of grote tij
Half of halve tij
Grappig of grappige tij
Leeg of lege tij
leuk of leuke tij
Vet of vette tij
Snel of snelle tij
Wit of witte tij
Klein of kleine tij
Rood of rode tij
Dik of dikke tij
Oud of oude tij
Goed of goede tij
Wat rijmt er op tij
Elk of elke: Elk tij
Aanwijzend voornaamwoord: Dat tij
Bezittelijk voornaamwoord: Ons tij
Wat rijmt er op tij
stadspartij - vrouwenpartij - oefenpartij -
Oefening van de dag