De of het tourschema?
Het tourschema
Is het de of het tourschema
In de Nederlandse taal gebruiken wij het tourschema.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: tour schedule
Deutsch: Tourplan | Bekijk of het der of die Tourplan is.
Français: calendrier de la tournée | Bekijk of het Le o La calendrier de la tournée is.
Jou of jouw: jouw tourschema
Buigings-e:
Mooi of mooie tourschema
Groot of grote tourschema
Half of halve tourschema
Grappig of grappige tourschema
Leeg of lege tourschema
leuk of leuke tourschema
Vet of vette tourschema
Snel of snelle tourschema
Wit of witte tourschema
Klein of kleine tourschema
Rood of rode tourschema
Dik of dikke tourschema
Oud of oude tourschema
Goed of goede tourschema
Wat rijmt er op tourschema
Elk of elke: Elk tourschema
Aanwijzend voornaamwoord: Dat tourschema
Bezittelijk voornaamwoord: Ons tourschema
Wat rijmt er op tourschema
Buigings-e:
Mooi of mooie tourschema
Groot of grote tourschema
Half of halve tourschema
Grappig of grappige tourschema
Leeg of lege tourschema
leuk of leuke tourschema
Vet of vette tourschema
Snel of snelle tourschema
Wit of witte tourschema
Klein of kleine tourschema
Rood of rode tourschema
Dik of dikke tourschema
Oud of oude tourschema
Goed of goede tourschema
Wat rijmt er op tourschema
Elk of elke: Elk tourschema
Aanwijzend voornaamwoord: Dat tourschema
Bezittelijk voornaamwoord: Ons tourschema
Wat rijmt er op tourschema
Oefening van de dag



