De of het trainingsmateriaal?
Het trainingsmateriaal
Is het de of het trainingsmateriaal
In de Nederlandse taal gebruiken wij het trainingsmateriaal.
Thanks!
Fout!
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: training materials
Deutsch: Schulungsunterlagen | Bekijk of het der of die Schulungsunterlagen is.
Français: matériel de formation | Bekijk of het Le o La matériel de formation is.
Jou of jouw: jouw trainingsmateriaal
Buigings-e:
Mooi of mooie trainingsmateriaal
Groot of grote trainingsmateriaal
Half of halve trainingsmateriaal
Grappig of grappige trainingsmateriaal
Leeg of lege trainingsmateriaal
leuk of leuke trainingsmateriaal
Vet of vette trainingsmateriaal
Snel of snelle trainingsmateriaal
Wit of witte trainingsmateriaal
Klein of kleine trainingsmateriaal
Rood of rode trainingsmateriaal
Dik of dikke trainingsmateriaal
Oud of oude trainingsmateriaal
Goed of goede trainingsmateriaal
Wat rijmt er op trainingsmateriaal
Elk of elke: Elk trainingsmateriaal
Aanwijzend voornaamwoord: Dat trainingsmateriaal
Bezittelijk voornaamwoord: Ons trainingsmateriaal
Wat rijmt er op trainingsmateriaal
Buigings-e:
Mooi of mooie trainingsmateriaal
Groot of grote trainingsmateriaal
Half of halve trainingsmateriaal
Grappig of grappige trainingsmateriaal
Leeg of lege trainingsmateriaal
leuk of leuke trainingsmateriaal
Vet of vette trainingsmateriaal
Snel of snelle trainingsmateriaal
Wit of witte trainingsmateriaal
Klein of kleine trainingsmateriaal
Rood of rode trainingsmateriaal
Dik of dikke trainingsmateriaal
Oud of oude trainingsmateriaal
Goed of goede trainingsmateriaal
Wat rijmt er op trainingsmateriaal
Elk of elke: Elk trainingsmateriaal
Aanwijzend voornaamwoord: Dat trainingsmateriaal
Bezittelijk voornaamwoord: Ons trainingsmateriaal
Wat rijmt er op trainingsmateriaal
Oefening van de dag
