De of het transportmiddel?

Het transportmiddel

Is het de of het transportmiddel

In de Nederlandse taal gebruiken wij het transportmiddel.

Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?

English: transport
Deutsch: Verkehr | Bekijk of het der of die Verkehr is.
Français: transport | Bekijk of het Le o La transport is.

Jou of jouw: jouw transportmiddel

Buigings-e:
Mooi of mooie transportmiddel
Groot of grote transportmiddel
Half of halve transportmiddel
Grappig of grappige transportmiddel
Leeg of lege transportmiddel
leuk of leuke transportmiddel
Vet of vette transportmiddel
Snel of snelle transportmiddel
Wit of witte transportmiddel
Klein of kleine transportmiddel
Rood of rode transportmiddel
Dik of dikke transportmiddel
Oud of oude transportmiddel
Goed of goede transportmiddel
Wat rijmt er op transportmiddel

Elk of elke: Elk transportmiddel
Aanwijzend voornaamwoord: Dat transportmiddel
Bezittelijk voornaamwoord: Ons transportmiddel
Wat rijmt er op transportmiddel

Oefening van de dag

Dagelijkse mail

De Nederlandse taal goed onder de knie krijgen? Oefen dan elke dag de lidwoorden. Wij sturen elke dag om 7.15 een e-mail met de link naar de oefening van de dag.

E-mail ontvangen

De of het memorie

Bekijk het spel

De muismat

Bekijk de muismat