De of het transportminister?
De transportminister
Is het de of het transportminister
In de Nederlandse taal gebruiken wij de transportminister.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: transport minister
Deutsch: Verkehrsminister | Bekijk of het der of die Verkehrsminister is.
Français: Le ministre des Transports | Bekijk of het Le o La Le ministre des Transports is.
Jou of jouw: jouw transportminister
Buigings-e:
Mooi of mooie transportminister
Groot of grote transportminister
Half of halve transportminister
Grappig of grappige transportminister
Leeg of lege transportminister
leuk of leuke transportminister
Vet of vette transportminister
Snel of snelle transportminister
Wit of witte transportminister
Klein of kleine transportminister
Rood of rode transportminister
Dik of dikke transportminister
Oud of oude transportminister
Goed of goede transportminister
Wat rijmt er op transportminister
Elk of elke: Elke transportminister
Aanwijzend voornaamwoord: Die transportminister
Bezittelijk voornaamwoord: Onze transportminister
Wat rijmt er op transportminister
Buigings-e:
Mooi of mooie transportminister
Groot of grote transportminister
Half of halve transportminister
Grappig of grappige transportminister
Leeg of lege transportminister
leuk of leuke transportminister
Vet of vette transportminister
Snel of snelle transportminister
Wit of witte transportminister
Klein of kleine transportminister
Rood of rode transportminister
Dik of dikke transportminister
Oud of oude transportminister
Goed of goede transportminister
Wat rijmt er op transportminister
Elk of elke: Elke transportminister
Aanwijzend voornaamwoord: Die transportminister
Bezittelijk voornaamwoord: Onze transportminister
Wat rijmt er op transportminister
Oefening van de dag