De of het transportmodaliteit?
De transportmodaliteit
Is het de of het transportmodaliteit
In de Nederlandse taal gebruiken wij de transportmodaliteit.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: mode of transport
Jou of jouw: jouw transportmodaliteit
Buigings-e:
Mooi of mooie transportmodaliteit
Groot of grote transportmodaliteit
Half of halve transportmodaliteit
Grappig of grappige transportmodaliteit
Leeg of lege transportmodaliteit
leuk of leuke transportmodaliteit
Vet of vette transportmodaliteit
Snel of snelle transportmodaliteit
Wit of witte transportmodaliteit
Klein of kleine transportmodaliteit
Rood of rode transportmodaliteit
Dik of dikke transportmodaliteit
Oud of oude transportmodaliteit
Goed of goede transportmodaliteit
Wat rijmt er op transportmodaliteit
Elk of elke: Elke transportmodaliteit
Aanwijzend voornaamwoord: Die transportmodaliteit
Bezittelijk voornaamwoord: Onze transportmodaliteit
Wat rijmt er op transportmodaliteit
Buigings-e:
Mooi of mooie transportmodaliteit
Groot of grote transportmodaliteit
Half of halve transportmodaliteit
Grappig of grappige transportmodaliteit
Leeg of lege transportmodaliteit
leuk of leuke transportmodaliteit
Vet of vette transportmodaliteit
Snel of snelle transportmodaliteit
Wit of witte transportmodaliteit
Klein of kleine transportmodaliteit
Rood of rode transportmodaliteit
Dik of dikke transportmodaliteit
Oud of oude transportmodaliteit
Goed of goede transportmodaliteit
Wat rijmt er op transportmodaliteit
Elk of elke: Elke transportmodaliteit
Aanwijzend voornaamwoord: Die transportmodaliteit
Bezittelijk voornaamwoord: Onze transportmodaliteit
Wat rijmt er op transportmodaliteit
Oefening van de dag