De of het tuit?
De tuit
Is het de of het tuit
In de Nederlandse taal gebruiken wij de tuit.
Thanks!
Fout!
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: spout
Deutsch: Tülle | Bekijk of het der of die Tülle is.
Français: bec | Bekijk of het Le o La bec is.
Jou of jouw: jouw tuit
Buigings-e:
Mooi of mooie tuit
Groot of grote tuit
Half of halve tuit
Grappig of grappige tuit
Leeg of lege tuit
leuk of leuke tuit
Vet of vette tuit
Snel of snelle tuit
Wit of witte tuit
Klein of kleine tuit
Rood of rode tuit
Dik of dikke tuit
Oud of oude tuit
Goed of goede tuit
Wat rijmt er op tuit
Elk of elke: Elke tuit
Aanwijzend voornaamwoord: Die tuit
Bezittelijk voornaamwoord: Onze tuit
Wat rijmt er op tuit
getuit - rechtuit - stuit -
Buigings-e:
Mooi of mooie tuit
Groot of grote tuit
Half of halve tuit
Grappig of grappige tuit
Leeg of lege tuit
leuk of leuke tuit
Vet of vette tuit
Snel of snelle tuit
Wit of witte tuit
Klein of kleine tuit
Rood of rode tuit
Dik of dikke tuit
Oud of oude tuit
Goed of goede tuit
Wat rijmt er op tuit
Elk of elke: Elke tuit
Aanwijzend voornaamwoord: Die tuit
Bezittelijk voornaamwoord: Onze tuit
Wat rijmt er op tuit
getuit - rechtuit - stuit -
Oefening van de dag
