De of het uitsluiten?
De uitsluiten
Is het de of het uitsluiten
In de Nederlandse taal gebruiken wij de uitsluiten.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: exclude
Deutsch: ausschließen | Bekijk of het der of die ausschließen is.
Français: éliminer | Bekijk of het Le o La éliminer is.
Jou of jouw: jouw uitsluiten
Buigings-e:
Mooi of mooie uitsluiten
Groot of grote uitsluiten
Half of halve uitsluiten
Grappig of grappige uitsluiten
Leeg of lege uitsluiten
leuk of leuke uitsluiten
Vet of vette uitsluiten
Snel of snelle uitsluiten
Wit of witte uitsluiten
Klein of kleine uitsluiten
Rood of rode uitsluiten
Dik of dikke uitsluiten
Oud of oude uitsluiten
Goed of goede uitsluiten
Wat rijmt er op uitsluiten
Elk of elke: Elke uitsluiten
Aanwijzend voornaamwoord: Die uitsluiten
Bezittelijk voornaamwoord: Onze uitsluiten
Wat rijmt er op uitsluiten
Buigings-e:
Mooi of mooie uitsluiten
Groot of grote uitsluiten
Half of halve uitsluiten
Grappig of grappige uitsluiten
Leeg of lege uitsluiten
leuk of leuke uitsluiten
Vet of vette uitsluiten
Snel of snelle uitsluiten
Wit of witte uitsluiten
Klein of kleine uitsluiten
Rood of rode uitsluiten
Dik of dikke uitsluiten
Oud of oude uitsluiten
Goed of goede uitsluiten
Wat rijmt er op uitsluiten
Elk of elke: Elke uitsluiten
Aanwijzend voornaamwoord: Die uitsluiten
Bezittelijk voornaamwoord: Onze uitsluiten
Wat rijmt er op uitsluiten
Oefening van de dag