De of het vakantietegoed?

Het vakantietegoed

Is het de of het vakantietegoed

In de Nederlandse taal gebruiken wij het vakantietegoed.

Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?

English: holiday entitlement
Deutsch: Urlaubsanspruch | Bekijk of het der of die Urlaubsanspruch is.
Français: droit de vacances | Bekijk of het Le o La droit de vacances is.

Jou of jouw: jouw vakantietegoed

Buigings-e:
Mooi of mooie vakantietegoed
Groot of grote vakantietegoed
Half of halve vakantietegoed
Grappig of grappige vakantietegoed
Leeg of lege vakantietegoed
leuk of leuke vakantietegoed
Vet of vette vakantietegoed
Snel of snelle vakantietegoed
Wit of witte vakantietegoed
Klein of kleine vakantietegoed
Rood of rode vakantietegoed
Dik of dikke vakantietegoed
Oud of oude vakantietegoed
Goed of goede vakantietegoed
Wat rijmt er op vakantietegoed

Elk of elke: Elk vakantietegoed
Aanwijzend voornaamwoord: Dat vakantietegoed
Bezittelijk voornaamwoord: Ons vakantietegoed
Wat rijmt er op vakantietegoed

Oefening van de dag

Dagelijkse mail

De Nederlandse taal goed onder de knie krijgen? Oefen dan elke dag de lidwoorden. Wij sturen elke dag om 7.15 een e-mail met de link naar de oefening van de dag.

E-mail ontvangen

De of het memorie

Bekijk het spel

De muismat

Bekijk de muismat