De of het verrassingsfeestje?
Het verrassingsfeestje
Is het de of het verrassingsfeestje
In de Nederlandse taal gebruiken wij het verrassingsfeestje.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: surprise party
Jou of jouw: jouw verrassingsfeestje
Buigings-e:
Mooi of mooie verrassingsfeestje
Groot of grote verrassingsfeestje
Half of halve verrassingsfeestje
Grappig of grappige verrassingsfeestje
Leeg of lege verrassingsfeestje
leuk of leuke verrassingsfeestje
Vet of vette verrassingsfeestje
Snel of snelle verrassingsfeestje
Wit of witte verrassingsfeestje
Klein of kleine verrassingsfeestje
Rood of rode verrassingsfeestje
Dik of dikke verrassingsfeestje
Oud of oude verrassingsfeestje
Goed of goede verrassingsfeestje
Wat rijmt er op verrassingsfeestje
Elk of elke: Elk verrassingsfeestje
Aanwijzend voornaamwoord: Dat verrassingsfeestje
Bezittelijk voornaamwoord: Ons verrassingsfeestje
Wat rijmt er op verrassingsfeestje
Buigings-e:
Mooi of mooie verrassingsfeestje
Groot of grote verrassingsfeestje
Half of halve verrassingsfeestje
Grappig of grappige verrassingsfeestje
Leeg of lege verrassingsfeestje
leuk of leuke verrassingsfeestje
Vet of vette verrassingsfeestje
Snel of snelle verrassingsfeestje
Wit of witte verrassingsfeestje
Klein of kleine verrassingsfeestje
Rood of rode verrassingsfeestje
Dik of dikke verrassingsfeestje
Oud of oude verrassingsfeestje
Goed of goede verrassingsfeestje
Wat rijmt er op verrassingsfeestje
Elk of elke: Elk verrassingsfeestje
Aanwijzend voornaamwoord: Dat verrassingsfeestje
Bezittelijk voornaamwoord: Ons verrassingsfeestje
Wat rijmt er op verrassingsfeestje
Oefening van de dag