De of het vertrouwende?
De vertrouwende
Is het de of het vertrouwende
In de Nederlandse taal gebruiken wij de vertrouwende.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: trusting
Jou of jouw: jouw vertrouwende
Buigings-e:
Mooi of mooie vertrouwende
Groot of grote vertrouwende
Half of halve vertrouwende
Grappig of grappige vertrouwende
Leeg of lege vertrouwende
leuk of leuke vertrouwende
Vet of vette vertrouwende
Snel of snelle vertrouwende
Wit of witte vertrouwende
Klein of kleine vertrouwende
Rood of rode vertrouwende
Dik of dikke vertrouwende
Oud of oude vertrouwende
Goed of goede vertrouwende
Wat rijmt er op vertrouwende
Elk of elke: Elke vertrouwende
Aanwijzend voornaamwoord: Die vertrouwende
Bezittelijk voornaamwoord: Onze vertrouwende
Wat rijmt er op vertrouwende
Buigings-e:
Mooi of mooie vertrouwende
Groot of grote vertrouwende
Half of halve vertrouwende
Grappig of grappige vertrouwende
Leeg of lege vertrouwende
leuk of leuke vertrouwende
Vet of vette vertrouwende
Snel of snelle vertrouwende
Wit of witte vertrouwende
Klein of kleine vertrouwende
Rood of rode vertrouwende
Dik of dikke vertrouwende
Oud of oude vertrouwende
Goed of goede vertrouwende
Wat rijmt er op vertrouwende
Elk of elke: Elke vertrouwende
Aanwijzend voornaamwoord: Die vertrouwende
Bezittelijk voornaamwoord: Onze vertrouwende
Wat rijmt er op vertrouwende
Oefening van de dag