De of het vervoersvraag?
De vervoersvraag
Is het de of het vervoersvraag
In de Nederlandse taal gebruiken wij de vervoersvraag.
Thanks!
Fout!
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: transport demand
Deutsch: Verkehrsnachfrage | Bekijk of het der of die Verkehrsnachfrage is.
Français: la demande de transport | Bekijk of het Le o La la demande de transport is.
Jou of jouw: jouw vervoersvraag
Buigings-e:
Mooi of mooie vervoersvraag
Groot of grote vervoersvraag
Half of halve vervoersvraag
Grappig of grappige vervoersvraag
Leeg of lege vervoersvraag
leuk of leuke vervoersvraag
Vet of vette vervoersvraag
Snel of snelle vervoersvraag
Wit of witte vervoersvraag
Klein of kleine vervoersvraag
Rood of rode vervoersvraag
Dik of dikke vervoersvraag
Oud of oude vervoersvraag
Goed of goede vervoersvraag
Wat rijmt er op vervoersvraag
Elk of elke: Elke vervoersvraag
Aanwijzend voornaamwoord: Die vervoersvraag
Bezittelijk voornaamwoord: Onze vervoersvraag
Wat rijmt er op vervoersvraag
Buigings-e:
Mooi of mooie vervoersvraag
Groot of grote vervoersvraag
Half of halve vervoersvraag
Grappig of grappige vervoersvraag
Leeg of lege vervoersvraag
leuk of leuke vervoersvraag
Vet of vette vervoersvraag
Snel of snelle vervoersvraag
Wit of witte vervoersvraag
Klein of kleine vervoersvraag
Rood of rode vervoersvraag
Dik of dikke vervoersvraag
Oud of oude vervoersvraag
Goed of goede vervoersvraag
Wat rijmt er op vervoersvraag
Elk of elke: Elke vervoersvraag
Aanwijzend voornaamwoord: Die vervoersvraag
Bezittelijk voornaamwoord: Onze vervoersvraag
Wat rijmt er op vervoersvraag
Oefening van de dag
