De of het vloeroppervlakte?
De vloeroppervlakte
Is het de of het vloeroppervlakte
In de Nederlandse taal gebruiken wij de vloeroppervlakte.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: floor
Deutsch: Nutzfläche | Bekijk of het der of die Nutzfläche is.
Français: espace au sol | Bekijk of het Le o La espace au sol is.
Jou of jouw: jouw vloeroppervlakte
Buigings-e:
Mooi of mooie vloeroppervlakte
Groot of grote vloeroppervlakte
Half of halve vloeroppervlakte
Grappig of grappige vloeroppervlakte
Leeg of lege vloeroppervlakte
leuk of leuke vloeroppervlakte
Vet of vette vloeroppervlakte
Snel of snelle vloeroppervlakte
Wit of witte vloeroppervlakte
Klein of kleine vloeroppervlakte
Rood of rode vloeroppervlakte
Dik of dikke vloeroppervlakte
Oud of oude vloeroppervlakte
Goed of goede vloeroppervlakte
Wat rijmt er op vloeroppervlakte
Elk of elke: Elke vloeroppervlakte
Aanwijzend voornaamwoord: Die vloeroppervlakte
Bezittelijk voornaamwoord: Onze vloeroppervlakte
Wat rijmt er op vloeroppervlakte
Buigings-e:
Mooi of mooie vloeroppervlakte
Groot of grote vloeroppervlakte
Half of halve vloeroppervlakte
Grappig of grappige vloeroppervlakte
Leeg of lege vloeroppervlakte
leuk of leuke vloeroppervlakte
Vet of vette vloeroppervlakte
Snel of snelle vloeroppervlakte
Wit of witte vloeroppervlakte
Klein of kleine vloeroppervlakte
Rood of rode vloeroppervlakte
Dik of dikke vloeroppervlakte
Oud of oude vloeroppervlakte
Goed of goede vloeroppervlakte
Wat rijmt er op vloeroppervlakte
Elk of elke: Elke vloeroppervlakte
Aanwijzend voornaamwoord: Die vloeroppervlakte
Bezittelijk voornaamwoord: Onze vloeroppervlakte
Wat rijmt er op vloeroppervlakte
Oefening van de dag