De of het vreemdelingenvraagstuk?
De vreemdelingenvraagstuk
Is het de of het vreemdelingenvraagstuk
In de Nederlandse taal gebruiken wij de vreemdelingenvraagstuk.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: Foreigners issue
Deutsch: Fremd Ausgabe | Bekijk of het der of die Fremd Ausgabe is.
Français: émission étrangère | Bekijk of het Le o La émission étrangère is.
Jou of jouw: jouw vreemdelingenvraagstuk
Buigings-e:
Mooi of mooie vreemdelingenvraagstuk
Groot of grote vreemdelingenvraagstuk
Half of halve vreemdelingenvraagstuk
Grappig of grappige vreemdelingenvraagstuk
Leeg of lege vreemdelingenvraagstuk
leuk of leuke vreemdelingenvraagstuk
Vet of vette vreemdelingenvraagstuk
Snel of snelle vreemdelingenvraagstuk
Wit of witte vreemdelingenvraagstuk
Klein of kleine vreemdelingenvraagstuk
Rood of rode vreemdelingenvraagstuk
Dik of dikke vreemdelingenvraagstuk
Oud of oude vreemdelingenvraagstuk
Goed of goede vreemdelingenvraagstuk
Wat rijmt er op vreemdelingenvraagstuk
Elk of elke: Elke vreemdelingenvraagstuk
Aanwijzend voornaamwoord: Die vreemdelingenvraagstuk
Bezittelijk voornaamwoord: Onze vreemdelingenvraagstuk
Wat rijmt er op vreemdelingenvraagstuk
Buigings-e:
Mooi of mooie vreemdelingenvraagstuk
Groot of grote vreemdelingenvraagstuk
Half of halve vreemdelingenvraagstuk
Grappig of grappige vreemdelingenvraagstuk
Leeg of lege vreemdelingenvraagstuk
leuk of leuke vreemdelingenvraagstuk
Vet of vette vreemdelingenvraagstuk
Snel of snelle vreemdelingenvraagstuk
Wit of witte vreemdelingenvraagstuk
Klein of kleine vreemdelingenvraagstuk
Rood of rode vreemdelingenvraagstuk
Dik of dikke vreemdelingenvraagstuk
Oud of oude vreemdelingenvraagstuk
Goed of goede vreemdelingenvraagstuk
Wat rijmt er op vreemdelingenvraagstuk
Elk of elke: Elke vreemdelingenvraagstuk
Aanwijzend voornaamwoord: Die vreemdelingenvraagstuk
Bezittelijk voornaamwoord: Onze vreemdelingenvraagstuk
Wat rijmt er op vreemdelingenvraagstuk
Oefening van de dag