De of het wasetiketje?
Het wasetiketje
Is het de of het wasetiketje
In de Nederlandse taal gebruiken wij het wasetiketje.
Thanks!
Fout!
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: wasetiketje
Jou of jouw: jouw wasetiketje
Buigings-e:
Mooi of mooie wasetiketje
Groot of grote wasetiketje
Half of halve wasetiketje
Grappig of grappige wasetiketje
Leeg of lege wasetiketje
leuk of leuke wasetiketje
Vet of vette wasetiketje
Snel of snelle wasetiketje
Wit of witte wasetiketje
Klein of kleine wasetiketje
Rood of rode wasetiketje
Dik of dikke wasetiketje
Oud of oude wasetiketje
Goed of goede wasetiketje
Wat rijmt er op wasetiketje
Elk of elke: Elk wasetiketje
Aanwijzend voornaamwoord: Dat wasetiketje
Bezittelijk voornaamwoord: Ons wasetiketje
Wat rijmt er op wasetiketje
Buigings-e:
Mooi of mooie wasetiketje
Groot of grote wasetiketje
Half of halve wasetiketje
Grappig of grappige wasetiketje
Leeg of lege wasetiketje
leuk of leuke wasetiketje
Vet of vette wasetiketje
Snel of snelle wasetiketje
Wit of witte wasetiketje
Klein of kleine wasetiketje
Rood of rode wasetiketje
Dik of dikke wasetiketje
Oud of oude wasetiketje
Goed of goede wasetiketje
Wat rijmt er op wasetiketje
Elk of elke: Elk wasetiketje
Aanwijzend voornaamwoord: Dat wasetiketje
Bezittelijk voornaamwoord: Ons wasetiketje
Wat rijmt er op wasetiketje
Oefening van de dag
