De of het winkelomgeving?
De winkelomgeving
Is het de of het winkelomgeving
In de Nederlandse taal gebruiken wij de winkelomgeving.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: shopping environment
Jou of jouw: jouw winkelomgeving
Buigings-e:
Mooi of mooie winkelomgeving
Groot of grote winkelomgeving
Half of halve winkelomgeving
Grappig of grappige winkelomgeving
Leeg of lege winkelomgeving
leuk of leuke winkelomgeving
Vet of vette winkelomgeving
Snel of snelle winkelomgeving
Wit of witte winkelomgeving
Klein of kleine winkelomgeving
Rood of rode winkelomgeving
Dik of dikke winkelomgeving
Oud of oude winkelomgeving
Goed of goede winkelomgeving
Wat rijmt er op winkelomgeving
Elk of elke: Elke winkelomgeving
Aanwijzend voornaamwoord: Die winkelomgeving
Bezittelijk voornaamwoord: Onze winkelomgeving
Wat rijmt er op winkelomgeving
Buigings-e:
Mooi of mooie winkelomgeving
Groot of grote winkelomgeving
Half of halve winkelomgeving
Grappig of grappige winkelomgeving
Leeg of lege winkelomgeving
leuk of leuke winkelomgeving
Vet of vette winkelomgeving
Snel of snelle winkelomgeving
Wit of witte winkelomgeving
Klein of kleine winkelomgeving
Rood of rode winkelomgeving
Dik of dikke winkelomgeving
Oud of oude winkelomgeving
Goed of goede winkelomgeving
Wat rijmt er op winkelomgeving
Elk of elke: Elke winkelomgeving
Aanwijzend voornaamwoord: Die winkelomgeving
Bezittelijk voornaamwoord: Onze winkelomgeving
Wat rijmt er op winkelomgeving
Oefening van de dag