De of het woebsdag?
De woebsdag
Is het de of het woebsdag
In de Nederlandse taal gebruiken wij de woebsdag.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: woebsdag
Jou of jouw: jouw woebsdag
Buigings-e:
Mooi of mooie woebsdag
Groot of grote woebsdag
Half of halve woebsdag
Grappig of grappige woebsdag
Leeg of lege woebsdag
leuk of leuke woebsdag
Vet of vette woebsdag
Snel of snelle woebsdag
Wit of witte woebsdag
Klein of kleine woebsdag
Rood of rode woebsdag
Dik of dikke woebsdag
Oud of oude woebsdag
Goed of goede woebsdag
Wat rijmt er op woebsdag
Elk of elke: Elke woebsdag
Aanwijzend voornaamwoord: Die woebsdag
Bezittelijk voornaamwoord: Onze woebsdag
Wat rijmt er op woebsdag
Buigings-e:
Mooi of mooie woebsdag
Groot of grote woebsdag
Half of halve woebsdag
Grappig of grappige woebsdag
Leeg of lege woebsdag
leuk of leuke woebsdag
Vet of vette woebsdag
Snel of snelle woebsdag
Wit of witte woebsdag
Klein of kleine woebsdag
Rood of rode woebsdag
Dik of dikke woebsdag
Oud of oude woebsdag
Goed of goede woebsdag
Wat rijmt er op woebsdag
Elk of elke: Elke woebsdag
Aanwijzend voornaamwoord: Die woebsdag
Bezittelijk voornaamwoord: Onze woebsdag
Wat rijmt er op woebsdag
Oefening van de dag