De of het woonoppervlakte?

De woonoppervlakte

Is het de of het woonoppervlakte

In de Nederlandse taal gebruiken wij de woonoppervlakte.

Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?

English: Living area
Deutsch: Wohnfläche | Bekijk of het der of die Wohnfläche is.
Français: Salon | Bekijk of het Le o La Salon is.

Jou of jouw: jouw woonoppervlakte

Buigings-e:
Mooi of mooie woonoppervlakte
Groot of grote woonoppervlakte
Half of halve woonoppervlakte
Grappig of grappige woonoppervlakte
Leeg of lege woonoppervlakte
leuk of leuke woonoppervlakte
Vet of vette woonoppervlakte
Snel of snelle woonoppervlakte
Wit of witte woonoppervlakte
Klein of kleine woonoppervlakte
Rood of rode woonoppervlakte
Dik of dikke woonoppervlakte
Oud of oude woonoppervlakte
Goed of goede woonoppervlakte
Wat rijmt er op woonoppervlakte

Elk of elke: Elke woonoppervlakte
Aanwijzend voornaamwoord: Die woonoppervlakte
Bezittelijk voornaamwoord: Onze woonoppervlakte
Wat rijmt er op woonoppervlakte

Oefening van de dag

Dagelijkse mail

De Nederlandse taal goed onder de knie krijgen? Oefen dan elke dag de lidwoorden. Wij sturen elke dag om 7.15 een e-mail met de link naar de oefening van de dag.

E-mail ontvangen

De of het memorie

Bekijk het spel

De muismat

Bekijk de muismat