De of het zakenreis?
De zakenreis
Is het de of het zakenreis
In de Nederlandse taal gebruiken wij de zakenreis.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: business trip
Deutsch: geschäftsreise | Bekijk of het der of die geschäftsreise is.
Français: voyage d'affaires | Bekijk of het Le o La voyage d'affaires is.
Jou of jouw: jouw zakenreis
Buigings-e:
Mooi of mooie zakenreis
Groot of grote zakenreis
Half of halve zakenreis
Grappig of grappige zakenreis
Leeg of lege zakenreis
leuk of leuke zakenreis
Vet of vette zakenreis
Snel of snelle zakenreis
Wit of witte zakenreis
Klein of kleine zakenreis
Rood of rode zakenreis
Dik of dikke zakenreis
Oud of oude zakenreis
Goed of goede zakenreis
Wat rijmt er op zakenreis
Elk of elke: Elke zakenreis
Aanwijzend voornaamwoord: Die zakenreis
Bezittelijk voornaamwoord: Onze zakenreis
Wat rijmt er op zakenreis
Buigings-e:
Mooi of mooie zakenreis
Groot of grote zakenreis
Half of halve zakenreis
Grappig of grappige zakenreis
Leeg of lege zakenreis
leuk of leuke zakenreis
Vet of vette zakenreis
Snel of snelle zakenreis
Wit of witte zakenreis
Klein of kleine zakenreis
Rood of rode zakenreis
Dik of dikke zakenreis
Oud of oude zakenreis
Goed of goede zakenreis
Wat rijmt er op zakenreis
Elk of elke: Elke zakenreis
Aanwijzend voornaamwoord: Die zakenreis
Bezittelijk voornaamwoord: Onze zakenreis
Wat rijmt er op zakenreis
Oefening van de dag