De of het zideksel?

Het zideksel

Is het de of het zideksel

In de Nederlandse taal gebruiken wij het zideksel.

Thanks!
Fout!


Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?

English: zideksel
Jou of jouw: jouw zideksel


Buigings-e:
Mooi of mooie zideksel
Groot of grote zideksel
Half of halve zideksel
Grappig of grappige zideksel
Leeg of lege zideksel
leuk of leuke zideksel
Vet of vette zideksel
Snel of snelle zideksel
Wit of witte zideksel
Klein of kleine zideksel
Rood of rode zideksel
Dik of dikke zideksel
Oud of oude zideksel
Goed of goede zideksel
Wat rijmt er op zideksel


Elk of elke: Elk zideksel
Aanwijzend voornaamwoord: Dat zideksel
Bezittelijk voornaamwoord: Ons zideksel
Wat rijmt er op zideksel



Oefening van de dag

Volgende zoeken

Dagelijkse mail

De Nederlandse taal goed onder de knie krijgen? Oefen dan elke dag de lidwoorden. Wij sturen elke dag om 7.15 een e-mail met de link naar de oefening van de dag.


E-mail ontvangen

De of het memorie



Bekijk het spel

De muismat



Bekijk de muismat