De of het zustergemeente?
De zustergemeente
Is het de of het zustergemeente
In de Nederlandse taal gebruiken wij de zustergemeente.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: sister church
Deutsch: Partnerstadt | Bekijk of het der of die Partnerstadt is.
Français: ville soeur | Bekijk of het Le o La ville soeur is.
Jou of jouw: jouw zustergemeente
Buigings-e:
Mooi of mooie zustergemeente
Groot of grote zustergemeente
Half of halve zustergemeente
Grappig of grappige zustergemeente
Leeg of lege zustergemeente
leuk of leuke zustergemeente
Vet of vette zustergemeente
Snel of snelle zustergemeente
Wit of witte zustergemeente
Klein of kleine zustergemeente
Rood of rode zustergemeente
Dik of dikke zustergemeente
Oud of oude zustergemeente
Goed of goede zustergemeente
Wat rijmt er op zustergemeente
Elk of elke: Elke zustergemeente
Aanwijzend voornaamwoord: Die zustergemeente
Bezittelijk voornaamwoord: Onze zustergemeente
Wat rijmt er op zustergemeente
Buigings-e:
Mooi of mooie zustergemeente
Groot of grote zustergemeente
Half of halve zustergemeente
Grappig of grappige zustergemeente
Leeg of lege zustergemeente
leuk of leuke zustergemeente
Vet of vette zustergemeente
Snel of snelle zustergemeente
Wit of witte zustergemeente
Klein of kleine zustergemeente
Rood of rode zustergemeente
Dik of dikke zustergemeente
Oud of oude zustergemeente
Goed of goede zustergemeente
Wat rijmt er op zustergemeente
Elk of elke: Elke zustergemeente
Aanwijzend voornaamwoord: Die zustergemeente
Bezittelijk voornaamwoord: Onze zustergemeente
Wat rijmt er op zustergemeente
Oefening van de dag